Wij zijn er even niet

Peru

Reisverslag: 13 augustus - 16 september 2008

Voor Peru waren wij in Ecuador.

13 augustus: Guayaquil (Ecuador) - Lima (Peru)

We landen keurig op tijd in Peru. Uiteraard worden we buiten overstelpt met aanbiedingen voor een taxi. We kiezen er maar één die én niet al te duur is (ze zijn allemaal duur) én er officieel uitziet. Voor 15 dollar worden we naar het hotel gebracht. Het ziet er netjes uit en we gaan eerst de buurt maar eens verkennen. Om de hoek zit een Norky's, een eettent waar je vooral flinke stukken gegrild vlees met patat en salade kunt krijgen en dat nemen we dan ook. Wat een geweldige patat hebben ze hier en wat krijg je er veel van!

Bij het hotel is een soort recreatieruimte gecreëerd met o.a. een pooltafel en een dvd-speler met allerlei redelijk recente (gekopieerde) films. We besluiten "John Q" te kijken, een film over een man wiens zoon een nieuw hart nodig heeft. Hij is echter onvoldoende verzekerd, dus zijn zoon dreigt dood te gaan. Hij gijzelt mensen in het ziekenhuis en uiteindelijk komt alles natuurlijk goed.

14 augustus: Lima

     

   

Op ons Sansui tv-tje zien we dat Pieter van de Hoogeband vijfde is geworden en dat Twente van Arsenal heeft verloren. Het is niet anders. Vervelender is dat de economie in de grootste landen van Europa momenteel niet groeit en dat de Russische soldaten huishouden in Georgië, terwijl hun legerhoofd hen "peacekeepers" noemt. Er was daar vrede en nu niet meer, dus welke peace valt er te keepen? Ach, er zullen wel weer twee kanten aan het verhaal zitten.

Er zit een (karig) ontbijtje bij de kamerprijs inbegrepen en na onze lauwe douche smaken de broodjes jam best goed. Over de douche valt nog wel iets meer te vertellen. De douchekop is van het voor ons onbekende, Italiaans klinkende (maar Braziliaans zijnde) merk Lorenzetti. In de douchekop komt het koude leidingwater bij een elektrisch verwarmingselement van 5400 Watt (dat is ruim meer dan twee gourmetstellen!) dat werkt op 220 Volt. Water en elektriciteit bij elkaar vinden wij geen prettige combinatie en we douchen dan ook zo kort mogelijk. We houden ons maar voor dat er al honderden mensen voor ons onder deze douche hebben gestaan die het allemaal hebben overleefd. Waarschijnlijk gaan we vergelijkbare douches nog wel vaker krijgen, want op internet hebben we er al meer over gelezen.

Lima moet verkend worden en van de man van het hotel krijgen we een plattegrondje mee waarop hij de veilige gebieden en minder veilige gebieden aangeeft. Er zijn wat mooie pleinen in Lima-centrum en daar gaan we op af. Het weer is perfect: strakblauw en net boven de 20 graden. Goed voor de foto's! Als we een enorme supermarkt zien, nemen we even een kijkje. Wat een pracht van een winkel is deze "Metro", daar kan de Albert Heijn nog wat van leren. Als ze zo'n winkel in De Meern hadden, waren we vaste klant. Rob wil weer langzaam beginnen met joggen en hij schaft voor 14 euro een prachtig paar Fratta (klinkt ook Italiaans) hardloopschoenen van Chinese makelij aan. Kijken wie het het langste volhoudt, Rob of de schoenen.

Nu we Chinese schoenen hebben, lunchen we ook maar meteen bij de Chinees terwijl we daar naar de toestellenfinale van het mannenturnen kijken. Op onze hotelkamer bedenken we wat de plannen voor morgen zijn. Eigenlijk is maar één hele dag in Lima deze enorme stad onwaardig, maar we doen het toch.

Rob probeert via Skype te praten met het thuisfront, maar hij hoort hen wel, maar zij hem niet. Iets mis met het microfoontje, of een instelling? Pas later, als iedereen in Nederland al slaapt, blijkt het een instelling van Windows XP te zijn. Een andere keer nog maar eens proberen. We kunnen het keukentje van het hotel gebruiken en we warmen een blik encebollado de atún op, een soep met tonijn, cassave, ui en knoflook. We drinken er een "Inca kola" bij, want dat wordt hier veel gedronken. Het ruikt naar mierzoete kauwgom en het proeft wat beter dan het ruikt, maar het wordt niet ons favoriete drankje.

15 augustus 2008: Lima

 

We pakken de taxi naar de busterminal van Soyuz, de busmaatschappij waarmee we naar Pisco willen. Daar aangekomen blijkt dat er vandaag geen bussen naar het zuiden rijden, omdat er protesten in die regio zijn. Precies een jaar geleden was er een aardbeving in Pisco en omgeving waarbij de stad grotendeels werd verwoest. De bevolking is boos dat er een jaar later nog nauwelijks hulp van de regering is ontvangen. Nog maar 10 procent van de schade is hersteld en veel mensen wonen nog in tenten. Volgens de getroffenen aldaar is de regering corrupt en incapabel en is er gebrek aan daadkracht. Vanaf morgen rijden er weer bussen naar het zuiden. We schakelen ter plekke over op een alternatief plan en besluiten naar Miraflores te gaan, het nieuwere, luxere en veel meer toeristische deel van Lima.

Per taxi zetten we koers naar één van de Flying Dog Hostels en ze hebben een ruime en nette kamer voor ons, waar we nu, 9 uur 's ochtends, al in mogen. We dumpen onze spullen en lopen naar de kust. Het zijn niet bepaald fraaie zandstranden hier, maar het is toch geen weer om te zwemmen of te zonnen. Gisteren nog een volledig blauwe hemel, nu geheel bewolkt, maar wel droog. De boulevard is zoals elke boulevard. Aardige uitzichten, veel (te dure) eet- en drinktentjes, westerse hotelketens en Kentucky Fried Chicken.

Het centrale deel van Miraflores is al weer veel aardiger. We drinken een goede koffie bij een Starbucks (lekker westers!) en lezen wat over Nationaal Park Manu dat ten noordoosten van Cusco ligt. Dit gebied met veel regenwoud ter grootte van Wales lijkt ons wel een mooie bestemming voor een aantal dagen. In Cusco maar eens kijken naar de mogelijkheden en prijzen. Duur is het sowieso, dat weten we alvast. Onze goedkope lunch gebruiken we bij een forse supermarkt om vervolgens een stuk camembert te kopen dat duurder is dan onze lunches tezamen. Zo worden we nooit rijk...

In het hostel hebben we een goede computer en internetverbinding dus we uploaden weer wat tekst en foto's en kijken naar de (veelal matige) uitslagen van de Nederlandse Olympische sporters. We besluiten een dvd te laten branden met alle foto's tot nu toe en die naar Nederland te sturen zodat ze veilig zijn gesteld. Bij een internettentje branden ze er één voor ons en dat heeft wel zo'n twee uur nodig. In de tussentijd maken we in de keuken van het hostel een pan verse champignonsoep en we kletsen wat met een jong Australisch koppel dat er nu vier maanden reizen op heeft zitten en nog twee maanden voor de boeg heeft. Na de afwas halen we de inmiddels gebrande dvd op en drinken we nog een biertje in een aardige, maar veel te dure tent. Al met al toch goed dat we dit deel van Lima ook gezien hebben. De meeste toeristen zien overigens alleen maar dit deel van Lima en die missen dus het fraaie oude stadshart.

16 augustus: Lima - Huacachina

   

Na het ontbijt pakken we onze spullen en we lopen naar het postkantoor waar we de dvd met de foto's tot nu toe naar Nederland verzenden. Enkele ansichtkaarten vanuit Ecuador deden er acht dagen over, eens kijken of Peru deze score kan evenaren of zelfs verbeteren. In de Lonely Planet staat dat van elke zeven auto's in Lima er één een taxi is. Volgens ons zijn het er minstens twee van de zeven. Hoe onwaarschijnlijk dit wellicht ook klinkt: je hebt hier ALTIJD binnen tien seconden een taxi (en meestal beduidend minder dan tien seconden). Weinig mensen hebben hier een auto, dus iedereen gebruikt volop bus en taxi. De taxi's zijn vrijwel allemaal oude bakken. Veelal een Toyota Carolla station of een kleine Daewoo Tico.

Om 9.30 uur zijn we weer bij de busterminal en we kunnen pas om 11.40 uur mee naar Ica met Perú Bus als we tenminste business class kaartjes kopen die een kleine 10% duurder zijn dan de standaardkaartjes. Vooruit dan maar voor die 70 eurocent p.p. extra. Er zit weinig anders op dan twee uurtjes te wachten, buiten op de stoep. Gisteren hebben we besloten dat we vandaag naar Huacachina gaan, een kleine oase vijf kilometer ten westen van Ica. Per e-mail hebben we een kamer gereserveerd in hospedaje El Huacacinero. Business class blijkt alleen in te houden dat je meer beenruimte hebt, maar dat is zeker die drie extra soles waard! Het is een uitstekende bus die in Nederland niet als touringcar zou misstaan.

In de bus wordt een oorlogsfilm vertoond met Nicolas Cage in de hoofdrol (Engels ondertiteld) en vervolgens krijgen we King Kong in het Spaans voorgeschoteld. Dat doodt de tijd terwijl we door het woestijnlandschap rijden. Links en rechts van de weg is er niets dan zand en keien met tussendoor een slaperig stadje of dorpje. Het is niet echt een mooi landschap, maar wel bijzonder. Een dergelijk landschap is nieuw voor ons. Later verdwijnt de bewolking en ziet al het zand er al wat aantrekkelijker uit.

Na ruim 4,5 uur zijn we in Ica en uiteraard wordt ons direct een taxi aangeboden. Het is maar een paar kilometer naar Huacachina en we zijn er dan ook snel. Voor het eerst in ons leven komen we in een oase. Het bestaat uit een kleine lagune aan alle kanten omgeven door hoge zandduinen. Om de lagune heen liggen wat hotels, winkeltjes en restaurants en er wonen hier maar enkele honderden mensen. In Marokko of Egypte zouden we dit wellicht verwachten, maar in Peru? De hotelkamer is prima, we kunnen er echter maar één nacht terecht, tenzij er morgen nog iemand afbelt. We merken het morgen wel.

We lopen een kwartiertje rond en dan heb je alles ook wel gehad. Tijd om een stukje een zandduin op te wandelen en de lagune van boven te bekijken. Het zand is lekker warm en diverse kinderen sleeën naar beneden op een snowboard. Een nadeel van de hoge zandduinen, is dat de lagune al om 17.30 uur geheel in de schaduw ligt. Waarschijnlijk is er 's morgens ook pas vrij laat zon, maar dat merken we morgen wel. We eten en drinken wat bij youth hostal Dessert Nights en de kwaliteit van de maaltijden is beter dan verwacht. De hotelbar is helemaal leeg en het is buiten fris geworden dus we gaan lekker naar onze hotelkamer om nog wat te lezen.

17 augustus: Huacachina

     

   

Er zit weer een continental breakfast bij de prijs van het hotel inbegrepen. Dat is niet veel bijzonders, maar beter dan niets. Het geeft ons de brandstof om een flink stuk de zandheuvel achter ons hotel op te klimmen. Dat valt nog niet mee, want bij iedere stap die je zet zak je zo ver weg dat je feitelijk maar 35 centimeter verder bent. En het is steil! Als je weer 15 meter hoger bent, zit je hartslag tegen de 200 en wordt het tijd om een paar minuten van het uitzicht te genieten. De oase wordt steeds een stukje kleiner. Afstand is hier lastig in te schatten, dus we weten niet hoeveel we al gedaan hebben en hoeveel we nog moeten. Als we voor de zoveelste keer op adem moeten komen, besluiten we terug te keren. Dat gaat vele malen sneller, want bij elke stap naar beneden glijd je gratis nog een stukje verder.

Terug in het hotel blijkt dat we nog een nacht kunnen blijven, als we verkassen van kamer 8 naar kamer 21. Geen probleem, mooi geregeld. We pakken onze tassen in en de mensen van het hotel zetten ze later over als kamer 21 is schoongemaakt. Bij het youth hostal boeken we de sand buggy tour van 16.00 uur. Met zo'n buggy komen we moeiteloos op de toppen van de zandduinen en hoewel je niet zelf mag rijden en met zo'n tien mensen in zo'n buggy gaat, lijkt ons dat scheuren door het zand in zo'n grote buggy wel wat.

We pakken de taxi naar Ica om daar rond te kijken in het centrum en te kijken of we al buskaartjes voor morgen kunnen kopen. Ze verkopen alleen kaartjes voor de dag zelf, helaas. Morgenochtend maar hopen dat het rustig is en we snel meekunnen. Ze rijden vanaf 7.00 uur elk half uur, dus hopelijk valt het mee. Het centrum van Ica is levendiger dan gedacht. Vrijwel alles is open deze zondagochtend en er zijn veel mensen op straat. We hadden geen al te hoge verwachtingen van Ica, maar dit centrale deel van de stad is best oké. Het internettentje waar we terecht komen, heeft moderne pc's en een goede verbinding voor weinig geld dus we controleren weer even de medaillespiegel van de Olympische Spelen. Goud voor twee roeisters, dat stemt ons tevreden. Helaas hebben Foppe en zijn voetballers het niet gered tegen Messi c.s. Het is niet anders.

Bij eettentje Anita bestellen we twee lokale gerechten die een beetje tegenvallen. Rob heeft witte rijst met dunne aardappelpuree en draadjesvlees in jus. In Nederland zou je of puree, of rijst krijgen en waar is de groente? Het is maar net wat je gewend bent waarschijnlijk. Iemand uit Peru die in Nederland aardappels met groente en vlees krijgt, vraagt zich ongetwijfeld af waarom hij er geen rijst bij krijgt en wat hij met al die groente moet. Brigitte heeft helemaal een apart gerecht. Rijst en aardappelpulp gemengd met wat kruiden (te weinig) en dan gebakken als een schnitzel. Als garnering gesneden rode ui. Don't try this at home!

In een supermarkt slaan we nog wat voedsel in voor morgen. Ze hebben hier donkerpaarse, bijna zwarte maïs. Dat hebben we in Peru al vaker gezien, maar in Nederland nog nooit. Met een soort tuktuk laten we ons weer naar Huacachina brengen waar we onze intrek nemen in de inmiddels schone kamer 21. De hemel is inmiddels opengebroken, dus we gaan lekker anderhalf uur aan de rand van het zwembad luieren tot we met de sand buggy op pad gaan.

Even voor vieren melden we ons bij het youth hostal waar we de sand buggy tour geboekt hebben. Er gaan nog twee Canadese zussen, een stelletje uit Lima en een Russisch setje mee. Onze chauffeur maakt er een mooi ritje van. We scheuren door het zand dat het een lieve lust is en er zijn nog zeker zes andere buggies op pad die hetzelfde doen. Af en toe gaat het steil omhoog of naar beneden, of we hangen helemaal naar links of rechts. Het is soms net de achtbaan in de Efteling. Zo nu en dan stoppen we voor wat mooie foto's en op vier plekken gaan we voorover op een met kaarsvet ingevette snowboard een steile zandduin af. Dat is echt heel erg gaaf om te doen, hoewel je soms een schep zand in je ogen en mond krijgt als je per ongeluk je ellebogen naast je board zet i.p.v. ze er op te houden.

Na twee uur zit het avontuur er op en zit er werkelijk o-ve-ral zand. In je oren, in je broekspijpen, in je ondergoed, gewoon op alle denkbare plekken. Een warme douche doet vervolgens wonderen en we kunnen weer toonbaar de straat op. De vloer van de douche (en de hotelkamer) heeft na deze schrobbeurt wel wat weg van een zandbak. We hebben de avond ervoor lekker gegeten bij Desert Nights, het restaurant bij het youth hostal, dus we willen daar weer gaan eten. Op de gang komen we een van de Canadese zussen tegen die ook in ons hotel blijken te verblijven. Zij hebben die middag ook gegeten bij Desert Nights en hun ervaring was minder positief. We nodigen ze uit om met ons te gaan eten en dat vinden ze een goed plan.

We gaan voor een Italiaans restaurant en we eten prima pizza en lasagne. De dames eten niet bepaald veel, maar het zijn wel aangename tafelgenoten. De ene zus uit Ottawa viert zes weken vakantie in Ecuador en Peru en de andere zus uit Vancouver vergezelt haar deze laatste 2,5 week in Peru. Morgen vliegen ze weer terug naar Canada. Na het eten gaan zij weer naar het hotel en wij gaan nog wat drinken bij het youth hostal, waar het minder uitgestorven is dan in de rest van Huacachina.

Buiten op het terras staat een houtkacheltje te branden en we kiezen een tafeltje vlakbij het vuur. Bij de tafel naast ons zitten nog vier backpackers en ze nodigen ons uit bij hen te komen zitten, nog wat dichter bij het vuur. We voegen ons bij dit Engelse stel en een Amerikaan met een Nieuw-Zeelandse, waarvan het niet duidelijk wordt of ze een stel zijn. Het worden nog enkele gezellige uren met diverse onderwerpen zoals doping, de Nazca Lines en Andy Fordham. Tijd om ons bed weer op te zoeken.

18 augustus 2008: Huacachina - Nazca

We sieren ons standaardontbijt op met een pannenkoek met chocolade en een omelet met groente. Na het uitchecken en afrekenen, nemen we een taxi naar de busterminal van Soyuz. Er zijn hier in Peru vooralsnog geen centrale busterminals en dat is een gemis vinden wij. Iedere busmaatschappij heeft zijn eigen opstapplaats. We zijn er om 9.10 uur en om 10.00 uur kunnen we mee naar Nazca. De bus vertrekt stipt op tijd.

Na ruim twee uur zijn we al in Nazca en zoals al voorspeld door de Lonely Planet worden we behalve voor taxi's direct benaderd door mensen die ons naar bepaalde hotels proberen te loodsen omdat ze daar commissie voor krijgen. Tegenover de plek waar we uit de bus zijn gestapt, zit hotel Alegría en afgaand op de beschrijving lijkt dat ons wel wat. De prijs per nacht is echter 50 dollar en dat vinden we te gortig. In het centrum vinden we voor een kwart van dat bedrag een saaie, maar degelijke kamer in hospedaje Yemayá. Ons toilet en douche zit drie meter verder op de gang, maar dat is voor één nacht niet zo erg. Volgens de eigenaar zijn wij de enige gebruikers daarvan, omdat de rest van de kamers een eigen bad en toilet heeft. Het zal wel.

De uitbater van ons hotel verdient nog wat extra aan ons door het verkopen van twee tickets voor een vlucht van 35 minuten over de Nazca lines. De prijs is niet veel anders dan wat wij al hoorden van andere reizigers, dus we happen maar toe. Morgenochtend gaan we het beleven, als de beloftes kloppen in een zespersoons-Cesna vliegtuigje zodat je altijd bij het raampje zit. Onze verkenningstocht door het centrum doet ons bij een lokaal eettentje belanden. Voor weinig geld eten we het menu van de dag. Niet bijzonder, maar wel oké. De wasserette die we vinden heeft morgen pas tijd, dus we doen het zelf wel in het wasbakje van de badkamer. Om 19 uur is er in het planetarium een lezing over de Nazca lines dus daar gaan we rekening mee houden.

Onze volgende bestemming wordt Arequipa, ongeveer acht uur ten zuidoosten van Nazca. Er gaan alleen maar nachtbussen hiervandaan, dus we kopen bij busmaatschappij Tepsa vast twee kaartjes voor morgen 23.30 uur. Dan komen we in Arequipa aan als het al licht is en hebben we de hele dag de tijd om een hotel te vinden wat ons zint. Het plan is om daar meer dan enkele dagen te verblijven, want de stad moet mooi zijn en de omgeving nodigt uit tot actieve dingen. We zullen zien vanaf woensdag.

Terug in het hotel doen we een handwas en we hangen het op op het dakterras waar waslijnen hangen. Helaas gaat de zon een half uurtje later al onder, maar het waait een beetje dus het droogt vast sneller dan op onze hotelkamer.

We bestellen samen een grote fles bier. De toch al niet erg handig uitziende ober opent de fles een paar meter bij ons vandaan en haalt daarbij zijn vinger open aan de bierdop. Hij zet de fles en twee glazen op tafel en loopt weer weg met een servetje om zijn vinger. Vervolgens blijkt dat zijn bloed op de bierfles en één van de glazen zit. Dat vinden wij niet zo'n goed plan, dus we roepen een serveerster. Rob probeert in zijn beste Spaans uit te leggen dat er bloed (sangre) aan de fles en op het glas zit. Het is natuurlijk niet verwonderlijk dat de serveerster het eerst even niet helemaal begrijpt, want i.p.v. "sangre" heeft Rob het over "sangria" en dat is toch heel wat anders. Afijn, het wordt allemaal weer opgelost.

Het kleine planetarium Maria Reiche bevindt zich op de binnenplaats van Hotel Nasca Lines, een weinig originele naam voor een hotel op deze plek. De plaats Nazca wordt hier soms met een z en soms met een s gespeld. Het is onduidelijk wat de juiste spelling is. We houden het voor het gemak maar op Nazca. Met vijf andere toeristen kijken we naar een presentatie over de Nazca lines en het is best interessant. Er zijn, verspreid over 500 vierkante kilometer, lijnen en figuren (waaronder veelal dieren) op de grond gemaakt. Dit is gedaan door de Paracas- en Nazcaculturen tussen 900 voor Christus en 600 na Christus. Het is nog altijd een mysterie waarom ze dit gemaakt hebben, want de figuren zijn zo groot dat je ze alleen vanuit de lucht zien. Dat is ook de reden dat ze pas in 1939 zijn ontdekt toen Paul Kosok, een Amerikaanse wetenschapper, over dit woestijngebied vloog.

Maria Reiche, een Duitse vrouw naar wie het planetarium is vernoemd, heeft later 45 jaar lang de lijnen bestudeerd. Dat is nog eens toewijding! De meest aangehangen theorie van dit moment is dat de lijnen en figuren zijn gemaakt om het water te aanbidden. Niet zo gek midden in zo'n kurkdroog gebied.

Na afloop van de presentatie mogen we nog even met een telescoop naar Jupiter (+ manen) en naar het Zuiderkruis kijken. Tot slot nemen we nog een kijkje in de hotelkamer waar Maria Reiche 25 jaar lang vertoefde tijdens haar onderzoek. Je moet er maar zin in hebben. We zijn aan de praat geraakt met ene Alisson, een jongedame uit Florida. We hebben nog geen avondeten op en zij ook niet, dus we gaan met z'n drietjes naar de Chinees. Met ons buik weer vol vallen we gemakkelijk in slaap.

19 augustus: Nazca - Arequipa

     

     

We zouden ons om 8.00 uur beneden bij de receptie melden voor de vlucht over de Nazca-lijnen, maar om 6.45 uur wordt er al op de slaapkamerdeur geklopt. Het is César, degene die ons gisteren de trip heeft verkocht. Hij geeft aan dat we al om 7.15 uur vertrekken naar het vliegveld van Nazca. Prima, we waren toch al wakker. Met nog een ander stel gaan we in twee taxi's op pad. Het is ruim vijf kilometer van het hotel, dus we zijn er snel. We betalen het nog resterende bedrag en nog wat luchthavenbelasting. Al vrij snel worden we met drie Fransen naar buiten gedirigeerd. We zijn zo aan de beurt naar het zich laat aanzien. Helaas, na twintig minuten vruchteloos wachten, moeten we weer naar binnen. Het wordt om onduidelijke redenen wat later, maar het is niet duidelijk hoeveel later. Uiteindelijk vliegen we om 8.45 uur.

De vlucht duurt een half uur en de piloot leidt ons langs allerlei figuren. Eerst laat hij alles voor de passagiers aan de ene kant zien, dan kantelt hij het vliegtuig (goed dat we nog niet ontbeten hebben) zodat de passagiers aan de andere kant het goed kunnen zien. Sommige figuren zijn eenvoudig te herkennen, andere iets moeilijker, maar we zien uiteindelijk alle voorgeschotelde figuren. Het landschap is kurkdroog, maar toch zie je nog her en der bomen (lange wortels?) en als je de bodem bekijkt, lijkt het er op dat hier in lang vervlogen tijden water stroomde. Dwars door het gebied loopt een autoweg, omdat die al aangelegd werd toen de Nazca-lijnen nog niet als zodanig ontdekt waren. Toch goed om deze vlucht gemaakt te hebben. Je kunt je er nu echt wat bij voorstellen.

We zijn al voor 10.00 uur terug bij het hotel en de geplande vertrektijd van de bus naar Arequipa is 23.30 uur. Er is dus nog heel wat tijd te overbruggen in dit stadje wat verder niet zo gek veel te bieden heeft. Eerst maar eens ontbijten en de rugzakken inpakken. Dan wat lezen in het park, maar een zwerver/bedelaar blijft ons maar lastig vallen dus we stappen vrij snel weer op. Brigitte laat een scheurtje in haar afritsbroek herstellen bij een lokale kledingmaker. Voor 70 eurocent is hij blij (makkelijk verdiend) en wij blij (voor ons doen zeer goedkoop).

We internetten nog even en lezen dat de Nederlandse sporters op stoom raken in China. Van 15 tot 18 uur doen we een excursie naar de Chauchilla Cemetery. Daar liggen zo'n duizend jaar oude, gemummificeerde mensen. Er lagen er eerst nog veel meer, maar de meesten zijn in de loop der tijd gestolen voor hun goud en andere kostbaarheden. Er zijn er nu nog enkele tientallen te zien. Ze blijven goed omdat het op die plek zelden regent. Na afloop gaan we als verplicht onderdeel van de tour nog langs bij iemand die keramiek maakt (wat wist die man het saai te brengen) en bij iemand die uitlegde hoe goud gewonnen wordt in het nabijgelegen gebergte. Dat is nog een beetje interessant en hij brengt het wel aardig.

We moeten nog ruim vijf uur overbruggen tot de busreis en dat doen we door wat eet- en drinktentjes aan te doen en nog wat te internetten. Buiten is het tenslotte ook niet erg warm. Het koelt hier in het woestijngebied 's avonds flink af. Nadat we de rugzakken hebben opgehaald bij het hotel, komt de bus rond 23.45 uur voorrijden. De bus heeft zo'n 48 zitplaatsen en hij is al half gevuld als hij aankomt. Het laadruim is echter voor 85 procent gevuld en er moeten nog 24 forse rugzakken mee. Dat wordt lastig, maar zoals altijd wordt het opgelost. Er wordt wat lading uitgeladen die niet van passagiers is, men herschikt lading en met een beetje duwwerk zit uiteindelijk alles in de bus en kunnen we vertrekken. Bij het wegrijden schampt de chauffeur nog eventjes een pilaar met de rechterachterkant van de bus. Hij neemt niet de moeite om te kijken wat voor schade hij heeft (een forse set krassen van anderhalve meter hoog en 30 centimeter breed). Hij rijdt vijf meter achteruit en rijdt opnieuw, dit keer wel succesvol, de poort uit.

20 augustus: Arequipa

   

De stoelen konden behoorlijk naar achteren in de bus, dus we hebben toch wel wat uurtjes kunnen slapen. Even voor half zeven zijn we wakker. Er wordt al snel daarna een film gedraaid en een broodje met een kop thee uitgereikt. Nog voor half tien stappen we uit de bus en met een taxi laten we ons naar Colonial House Inn II brengen. Onderweg doet de chauffeur er alles aan om ons te bewegen een ander hotel te kiezen (waar hij commissie voor ontvangt). We laten ons niet op andere gedachten brengen en zo staan we al snel bij het gekozen hotel.

Het hotel heeft een nieuwe naam gekregen: La Casa de Sillar. We kunnen terecht in kamer 3, een zeer ruime kamer. Er is een nadeel: het zijn eenpersoonsbedden. We zijn toch van plan een trekking te gaan regelen, dus die ene nacht overleven we dat wel. Opgefrist verlaten we het hotel om het centrum van Arequipa te bekijken.

Het hotel staat vlakbij Colca Trek, een volgens de Lonely Planet betrouwbare touragent. We laten ons verleiden tot een vierdaagse tocht naar en in de Cañon del Cotohuasi. Morgen al gaan we met een groep in een lange autorit (420 km, meer dan tien uur) met wat interessante tussenstops naar deze canyon die één van de diepste ter wereld is. Hij is ongeveer twee keer zo diep als de Grand Canyon in Amerika en als het goed is komen er nog maar weinig toeristen, omdat het een vrij afgelegen canyon betreft. We hebben erg veel zin om weer actief bezig te zijn. Alles wordt ter plekke door muilezels gedragen, dus behalve een fotocamera en een flesje water hoeven we niets mee te slepen tijdens het wandelen. De eerste en laatste nacht slapen we in een hotel, de tweede nacht in een tentje in de canyon. Om 6.50 uur worden we morgen bij ons hotel opgehaald door Elias, onze gids de komende dagen.

We verkennen de stad nog wat en eten ergens het menu van de dag. Dat is bijna altijd garantie voor succes. Het is goed (genoeg), goedkoop en staat binnen een mum van tijd op tafel omdat vrijwel iedereen het neemt en het dus al voorbereid is. Vraag je dus om het menú, dan krijg je het menu van de dag en niet de menukaart, dat is "la carta". Bij het hotel lezen we nog wat en houden we siësta.

Als we weer uitgerust zijn, internetten we even (15 Eurocent per uur, zo goedkoop hebben we het nog niet gehad). Vervolgens eten we een uitstekende eend in saus met nasi bij een Chifa. Tijd om de inhoud van de tassen te herverdelen. Eén grote rugzak nemen we mee de komende dagen, de rest laten we morgen achter in het hotel. Als het goed is, kunnen we om 6.30 uur ontbijten.

21 augustus: Arequipa (Cotahuasi Trip)

     

     

Diverse mensen in het hostal gaan al vroeg weg en daar worden wij door gewekt. Het blijkt pas 4.30 uur te zijn en wij hoeven pas om 6.00 uur op, maar echt slapen lukt niet meer. Ach, we zijn in ieder geval op tijd voor het ontbijt en we staan al klaar als we opgehaald worden voor de tour naar Cotahuasi. We gaan met 9 toeristen: Thomas en Antje uit Stuttgart, een bijna gepensioneerd stel uit Toronto (Murray en Lavinia), Ivan en Dee die in Londen woonden, maar 6 maanden geleden hun huis hebben verkocht en Ben uit Detroit die binnenkort bij zijn vriendin in Londen gaat wonen. Verder is er nog gids Elias en chauffeur Oswaldo die ons vakkundig langs de vele hobbels en gaten in de weg loodst.

Het is een behoorlijk lange rit, maar we stoppen regelmatig om wat te bekijken. Eerst hebben we een weergaloos uitzicht op diverse naast elkaar liggende joekels van vulkanen. Een stuk verder liggen zandduinen die er allemaal ongeveer hetzelfde uitzien omdat de windrichting hier vrijwel altijd hetzelfde is. Nog wat verder genieten we van een machtig uitzicht over een vallei.

We dalen af naar 500 meter boven de zeespiegel en daarna begint het klimwerk. Eerst naar het plaatsje Chuquibamba op 3000 meter hoogte, waar we een basic lunch hebben. Daar houdt de geasfalteerde weg op en hebben we nog vijf uur rijden over een aanvankelijk toch nog redelijke weg van zand en stenen voor de boeg. Het berg- en vulkaanlandschap blijft spectaculair. Er zitten vele hoge toppen tussen, tot ver boven de 6000 meter. We gaan uiteindelijk over een pas op 4980 meter hoogte, een nieuw hoogterecord op het land voor ons.

Onderweg zien we wat vogels en drie soorten lama-achtige dieren. Je hebt de "gewone" lama, maar ook alpaca's die een kortere nek hebben en iets meer op een schaap lijken dan de lama. Beide soorten worden door lokale boeren gehouden als vee. Dan zijn er ook nog vicuña's. Die leven wel in het wild en zijn sinds 1977 beschermd. Ze hebben een hele mooie lichtbruine vacht (een beetje de kleur van een ree), waarvan de wol kostbaar is. Je kunt ze maar eens in de twee jaar scheren (dat gaat enigszins onder controle van de parkopzichters die de vicuñas ook oormerken) en niet eens tot op het vel, want anders gaan ze dood. Vicuña's leveren ieder jaar een jong af na elf maanden zwangerschap en zijn dan een week later weer zwanger!

Hoewel we er regelmatig even een paar minuten uitgaan voor het maken van foto's, is het toch een erg lange zit. Het was een rit van twaalf uur. Je moet er wat voor over hebben om de komende twee dagen te wandelen in een mooi gebied. Zondag doen we dezelfde autorit grotendeels nog een keer, maar dan andersom.

Voor het eten drinken een biertje bij het hotel waar de elektriciteit het in eerste instantie niet doet. Dat geldt overigens voor het hele plaatsje, niet alleen voor het hotel. We hebben een nette, ruime kamer. Je moet alleen oppassen voor je hoofd, want de deurposten zijn maar 1.70 meter hoog. Dat gaat dus gelijk al twee keer fout bij Rob. Nadat we een spin vakkundig verwijderd hebben uit onze kamer, krijgen we het diner voorgeschoteld. Het zijn niet bepaald culinaire hoogstandjes die we geserveerd krijgen, maar het is wel gezellig aan tafel. Dat is ook wat waard. Na het eten zoeken we net als iedereen onze kamer op en vallen we snel in slaap.

22 augustus 2008: Arequipa (Cotahuasi Trip)

     

 

Vroeg slapen gaan betekent (zeker bij Rob) ook vroeg wakker worden. Ruimschoots voor de wekker beginnen we dan ook al op gang te komen. Om 7.00 uur is er ontbijt en worden we geacht de rugzakken af te geven, zodat die op de muilezels geladen kunnen worden. Dat is wel luxe, je hoeft zelf nauwelijks iets mee te slepen. We hebben onze dagrugzak niet meegenomen en daar hebben we een beetje spijt van, want de muilezels blijven niet bij de groep in de buurt. Je neemt toch al snel een flesje water, zonnebrandcrème, iets te eten, een fotocamera en je portemonnee mee en dat past nauwelijks in onze broekzakken.

Oswaldo rijdt ons naar het beginpunt van de hike en daar worden alle rugzakken, tenten en etenswaren op de ruggen van de muilezels gehangen. Eindelijk gaan we van start. We steken per hangbrug de rivier over en blijven vervolgens de rest van de dag aan die kant lopen. We lopen urenlang, steeds dieper de canyon in. Het uitzicht is op het ene moment nog mooier dan op het andere moment. Bergen en rivieren, het blijft een fotogenieke combinatie. We zijn de enige toeristen in deze canyon en dat is een groot verschil met de Colca Canyon. De Colca Canyon ligt veel dichterbij Arequipa en de tour duurt vaak maar twee dagen, dus veel toeristen kiezen voor die canyon.

Als we twee uur gelopen hebben, is het tijd voor de lunch. Groenten met stukken kipfilet en Pringles als aardappels. Een aparte combinatie, maar met een Gatorade erbij toch een voedzame maaltijd. We nemen veel foto's, want na elke bocht is er weer een mooi uitzicht. Eerst cirkelen er al enkele condors boven ons hoofd. Het zijn bijna de grootste vogels ter wereld met een spanwijdte oplopend tot drie meter. Even verderop passeren we een waterval, die we morgen van dichtbij gaan bekijken. Hoewel we van start tot finish 400 meter dalen, lopen we dan weer omhoog en dan weer omlaag. Met de zon pal boven ons is het behoorlijk warm en best pittig.

Vrij snel na de lunch is Ben, de Amerikaan, zijn fotocamera kwijt die in zijn broekzak zat. Een stukje eerder is hij uitgegleden bij een steil stukje naar beneden en hij vermoedt dat de camera daar uit zijn zak is gevallen. Na hem liepen enkele muilezels met begeleiding, maar ook wij en zes anderen uit de groep. Niemand heeft zijn camera op de grond zien liggen. Rob loopt met Ben de hele route terug tot bij onze lunchplek, toen Ben zijn camera nog had. Helaas vinden zij de camera niet terug. Wellicht hebben de muilezels die na hem kwamen hem onder het zand of onder een rotsblok getrapt?

Het landschap verandert weer wat en we zien hele hellingen vol met enorme cactussen. Uiteindelijk bereiken we even voor 17.00 uur de plek waar we gaan kamperen voor één nacht. De tenten zijn helemaal nieuw en gemakkelijk op te zetten. Niet iedereen heeft kampeerervaring, maar als snel staan er vijf tenten. Elias kookt uiensoep en ravioli en dat gaat er wel in na een dag lang wandelen. Nog voor 21.00 uur is bij iedereen het licht uit.

23 augustus 2008: Arequipa (Cotahuasi Trip)

     

 

Om 5.00 uur zitten we al fris gewassen aan het ontbijt. Vandaag wandelen we dezelfde weg terug als we gisteren heen gingen. Het duurt een eeuwigheid voor we kunnen vertrekken. De tenten moeten worden afgebroken en alles moet op de muilezels worden geladen. Iedereen staat maar te wachten tot we weg kunnen en om 6.30 uur is het dan zover. Het is nog lekker koel het eerste uur, maar dan komt de zon boven de bergen uit en wordt insmeren noodzakelijk.

Ook op de terugweg vinden we de camera van Ben niet meer. Jammer voor Ben, nu sturen we maar wat foto's naar hem toe na afloop van de tour. Een verschil met de heenweg is dat we even afdalen naar de waterval. Het is geen heel bijzondere waterval, maar watervallen blijven machtig om naar te kijken. Net na het middaguur arriveren we op het punt waar we gisteren begonnen. Iedereen is best moe van twee dagen flink doorstappen in de bergen. De uitgebreide lunch komt dan ook als geroepen.

We rijden in een uurtje naar een dorp verderop, waar ze warme zwembaden hebben, met water verwarmd door de vulkaan. Dat kunnen onze spieren wel waarderen! Heerlijk even badderen en uitrusten. De rugzak van Murray en Lavinia is zoek. Waarschijnlijk is hij niet meegekomen vanaf de kampeerplek. Ook Elias mist nog wat spullen. Tot overmaat van ramp wordt Murray ook nog gebeten door een hond. Het lijkt wel de wet van Murphy. Elias gaat proberen te achterhalen waar de spullen zijn en hoe ze alsnog voor morgenochtend in Cotahuasi kunnen komen voor we weer naar Arequipa vertrekken.

Terug in het hotel doen we een dutje voor het avondeten. Antje heeft last van haar maag en eet niet mee. Gelukkig hebben wij nergens last van. Dat verandert echter...

24 augustus 2008: Arequipa (Cotahuasi Trip)

     

 

Na een paar uur slaap gaat Rob spoken. Zijn maag is overstuur en aan alle kanten komt het eten er uit. Na enige tijd gaat hij toch maar weer in bed liggen, maar echt lekker slapen is er niet meer bij/ Hij slaat het ontbijt over en houdt het op wat water, thee en een paar pilletjes, maar vlak voor de lange autorit naar Arequipa komt dat er net zo hard weer uit.

De eerste uren slingeren we ons omhoog over niet geasfalteerde wegen vol hobbels en kuilen. Niet bepaald ideaal voor iemand die zich niet lekker voelt, maar eigenlijk gaat het best redelijk, Volgens Ivan is het de "post vomit euphoria" die er voor zorgt dat Rob zich wat minder beroerd voelt. Na een paar uur rijden zitten we op 4800 meter hoogte en wandelen we naar een prachtig gelegen meertje. Op die hoogte is wandelen zwaar, want er zit weinig zuurstof in de lucht. Er grazen enkele tientallen lama's naast het meertje en met de besneeuwde vulkanen op de achtergrond, is het een prachtig gezicht.

We rijden door naar Cuchuibamba, waar we van een lunch genieten. Hier houdt het slechte wegdek ook op en krijgen we weer asfaltwegen. Het blijft echter een lange zit van ruim 13 uur inclusief wat stops. De laatste stop is bij de petrogliefen. Dit zijn tekeningen gemaakt door de Wari-cultuur, ruim 1000 jaar geleden. Er liggen zo'n 5000 rotsblokken waar men toentertijd vrij simpele figuren in heeft gehakt. Wij vinden het niet echt interessant. Het is overigens wel opvallend hoe slecht het nationale erfgoed van Peru wordt beschermd, geconserveerd en benut. Je kunt gemakkelijk een stuk rots meenemen of verminken en veel tekeningen zijn steeds slechter te zien door erosie. Ook is er totaal geen informatie over de stenen en tekeningen. Er zou een fraai museum moeten staan met van alles en nog wat over deze petrogliefen. Het is niet gek dat er hier nauwelijks toeristen zijn. Waarschijnlijk heeft de regering van Peru onvoldoende middelen om al het moois netjes te onderhouden. Gelukkig vertelt onze gids Elias het een en ander over de tekeningen.

Na dit laatste intermezzo rijden we een paar uur door. Oswaldo doet enkele hachelijke inhaalacties op de Panamericana, maar het gaat allemaal goed. Doodmoe komen we aan in Arequipa. De pet van Dee doet dienst als fooienpot voor Elias en Oswaldo en iedereen wordt weer bij zijn hotel afgezet. We hebben nog wat schone kleding en die trekken we aan na een heerlijk warme douche. Daar knappen we van op! Op naar de Chinees voor noodles met veel groente. Rob voelt zich inmiddels ook weer goed en hij heeft vandaag nog nauwelijks iets gegeten, dus hij heeft trek. Snel na het late avondeten vallen we in slaap.

25 augustus 2008: Arequipa

Vandaag wordt een echte relaxdag, zo hebben we besloten. Na al dat gewandel en lange autoritten, wordt het tijd om even bij te komen. Het standaardontbijt (broodje jam) laten we schieten en we drinken alleen een kop thee in het hotel. Een straat verder geven we onze vuile was af en we kunnen deze 4,5 kilo om 15 uur weer schoon ophalen. We schieten een restaurantje in en bestellen een uitgebreid ontbijt met gebakken eieren, fruit en pannenkoek met honing. Dat doet een mens goed!

We doen boodschappen en regelen twee vliegtickets voor morgen naar Cusco. Vreemd genoeg zijn dezelfde tickets goedkoper via een reisbureautje aan het plein dan via www.lan.com. We vliegen morgen om 6.30 uur via Juliaca en zijn er dan waarschijnlijk om 8.40 uur. Dee en Ivan van de Cotahuasi-tour hebben dezelfde vlucht en we komen hen tegen op het grote centrale plein, de Plaza del Armas. Vanavond gaan we wat eten en drinken met ze.

We internetten wat en dan wordt het tijd voor de lunch en Feyenoord blijkt de Supercup met 2-0 verloren te hebben van PSV. Niet bepaald verrassend, want het lijkt (weer) geen topseizoen te worden voor de club uit Rotterdam. Als je al van Barendrecht verliest... Alpaca willen we eten en we vinden een restaurant waar ze het vlees van deze lamasoort serveren. Het smaakt goed, maar het is niet heel veel anders dan een gewone karbonade. Toch goed om eens geprobeerd te hebben. Er zijn nog veel foto's van de Cotahuasi-hike uit te zoeken, dus we kruipen achter een pc. Niet veel later is de was gereed en we kunnen het mooi uithangen op het zonnige dakterras.

In de Lonely Planet lezen we over Cusco en we denken alvast na over een mogelijke slaapplaats en over welke trail naar Machu Picchu we willen gaan doen. De officiële Inca Trail moet je maanden van tevoren al boeken en dat wilden wij niet, want we willen flexibel blijven met onze reis. Er zijn echter vele alternatieve trails die minstens net zo mooi zijn en die ook eindigen bij het toeristische hoogtepunt van Peru.

De rugzakken voor morgen worden al vast door ons ingepakt en dan lopen we naar het centrum waar we Dee en Ivan ontmoeten in een pizzeria. De pizza's zijn best redelijk van kwaliteit en de wijn ook en we hebben enkele gezellige uren met ze. We duiken redelijk op tijd ons bed weer in, want de wekker staat op 04:42 uur...

26 augustus: Arequipa - Cusco

   

Om 5.55 uur worden we geacht op het vliegveld van Arequipa te zijn voor onze vlucht van 6.30 uur. Kwart over vijf zijn we gereed voor vertrek en leveren we de sleutel van onze kamer in. Men belt een taxi voor ons en ruim voor vertrek komen we op het kleine vliegveld aan. Er gaat maar één vlucht rond dat tijdstip, dus alle formaliteiten worden snel afgehandeld. Keurig op tijd zetten we via tussenstop Juliaca koers naar Cusco.

Twee uur later zijn we in Cusco. Onze flightbags rollen naar ons toe en bij één van de twee is het slotje weg en zijn de haakjes van de rits kapot. Het lijkt er op dat het slotje ergens achter is blijven hangen op een lopende band en dat de flightbag door is blijven rollen. Gelukkig is de flightbag verder nog heel en met een nieuw slotje kan hij een volgende keer weer netjes dicht.

We nemen een taxi naar het centrum en nemen ons intrek in het Flying Dog hostal. Ze hebben acht nette kamers voor een fatsoenlijke prijs. Cusco is populair, dus hotels en restaurants zijn duurder dan de rest van Peru. Het hostel ligt aan de rand van het centrum in een fatsoenlijke buurt. Nadat we de spullen in onze kamer achter hebben gelaten, wandelen we wat door het centrum. Het is, zoals verwacht, erg toeristisch. Niet alleen zijn er erg veel toeristen, maar op veel meer momenten dan in andere plaatsen probeert men hun handel aan je te slijten. Binnen twintig minuten is ons zeker tien keer sauna en massage aangeboden. Een massage, daar hebben we wel zin in! Morgen maar eens informeren naar de prijzen en mogelijkheden.

Het centrum van Cusco is niet voor niets zo toeristisch. Het is natuurlijk dé uitvalsbasis voor een tocht naar Machu Picchu, maar het is ook gewoon mooi van zichzelf. De buitenwijken zijn net zo lelijk als in andere steden in Peru, maar het centrum is oud en uitstekend onderhouden. Alleen daarom al mag Cusco niet ontbreken tijdens een reis door Peru. Dan moet je de vele souvenirwinkeltjes, travel agencies en schreeuwerige restaurantjes maar voor lief nemen. That's part of the deal.

We kopen eerst een nieuw slotje voor onze flightbag en nadat we flink wat vitaminen hebben binnen gekregen via een ontbijt bij Sweet Temptation, gaan we op zoek naar Q'ente. Dat is een reisbureau dat alternatieve trekkings naar Machu Picchu verkoopt. Als je de klassieke Incatrail wilt doen, moet je vele maanden van tevoren al boeken, zeker in de zomermaanden. Dat wilden wij niet, want we willen flexibel blijven met onze reis. Er zijn echter vele prima andere trails waarbij je ook naar Machu Picchu gaat en die, in ieder geval volgens de boeken, minstens net zo mooi zijn als de klassieke Incatrail. Wij zijn geïnteresseerd in de Lares Valley Trek en de Salkantay Trek.

We kiezen voor Q'ente omdat het Duitse stel van de Cotahuasi-trip goede ervaringen met hen had. Volgens hen was alles uitstekend verzorgd. Het is altijd handig om dat soort informatie uit eerste hand te krijgen. Het kantoor van Q'ente blijkt op honderd meter van ons hostel te zitten en we halen daar wat informatie op. De Salkantay Trek, een vijfdaagse tocht met vertrek op 8 of 9 september lijkt qua zwaarte en vertrekmoment het best bij ons te passen. We willen namelijk daarvoor nog naar de jungle, naar Nationaal Park Manu.

Als we binnenwandelen bij Pantiacolla Tours voor informatie over tours naar Manu, horen we dat er Nederlands gesproken wordt. De dame die ons helpt blijkt Nederlandse te zijn en hier al behoorlijk lang te wonen. Dat is nog eens makkelijk! Ze hebben standaardtours van 5, 7 en 9 dagen. Het programma ziet er aantrekkelijk uit en de prijzen zijn heel redelijk in vergelijking met andere agencies. Een nadeel is dat het weer een eind rijden is, maar daar ontkom je niet aan als je naar de jungle wilt. Terug heb je de mogelijkheid om te vliegen, hoewel daar nogal wat onzekerheden aan zitten. Je kunt echter altijd met de bus terug als het vliegtuig om wat voor reden dan ook niet vliegt. Morgen de informatie van Q'ente en Pantiacolla maar eens goed bestuderen en keuzes maken.

Het is tijd om naar de kapper te gaan. We vinden een kapsalon en laten ons kortwieken. De prijs is 11 euro voor ons samen. Dat is een schijntje in Nederland, maar we hebben het idee dat het voor hier behoorlijk teveel is en dat lokale mensen beduidend minder betalen. Nou ja, heeft de kapster ook een goede dag.

In de supermarkt slaan we wat spullen in en we koken zelf in het hostel. Na de onvermijdelijke afwas (ze hebben nooit theedoeken, dus afdrogen hoeft niet) drinken we nog wat bij het zeer populaire café-restaurant Jack's Cafe. Het eten in dit tentje aan het eind van onze straat ziet er zo goed uit dat we hier woensdag of donderdag ook maar eens een hapje gaan eten.

27 augustus 2008: Cusco

     

Het ontbijt in ons hostel is uitgebreider dan gedacht en zelf voegen we nog wat yoghurt en een tomaat toe waardoor we helemaal een goede bodem voor de dag leggen. We lopen weer wat door Cusco en bij het centrale plein zijn weer mensen aan het demonstreren. Waarvoor is ons niet helemaal duidelijk, maar het lijkt er op dat het om werklozen gaat die boos zijn omdat ze te weinig geld of mogelijkheden voor een baan krijgen. Ze blokkeren tijdelijk de weg en politieagenten leiden het verkeer om. Bij agenten in Peru valt het e.e.a. op. Vrouwelijke agenten zien er allemaal precies hetzelfde uit. Het lijkt wel of ze gekloond zijn. Afgezien van hun uniform, wat uiteraard voor allen gelijk is (daarom heet het ook een uniform), hebben ze allemaal lang haar, opgestoken in een knot. Allemaal, zonder uitzondering. Het zal wel voorgeschreven zijn, wellicht uit veiligheidsoverwegingen. Wat alle agenten hier gemeen hebben, is dat ze van fluiten houden. Ze hebben een fluitje en dus fluiten ze daarop, ook al heeft het volstrekt geen toegevoegde waarde. En niet zo zachtjes ook!

We boeken de jungletour naar Manu voor aankomende vrijdag. We gaan een week, met de bus heen en terug met een klein vliegtuig. Als het vliegtuig niet terug kan vliegen, blijven we twee dagen langer en komen we per bus terug. In een ander deel van de stad, wat buiten het centrum, belanden we op een lokale markt. We kopen er kaas, kwarteleitjes en fruit en lunchen er ook. Het is altijd leuk om tussen de lokale bevolking te eten.

Op het centrale plein genieten we op een bankje van de zon en we lezen wat. Minstens één keer per minuut probeert er iemand iets aan je te verkopen. Er zijn ook doofstomme dames die met een papier in vier talen naar je toekomen waarop in essentie staat "ik ben doofstom, kunt u me daarom wat geld geven?". Dat vinden wij een slechte reden. Ze mankeren niets aan hun handen, dus ze kunnen best op een andere manier hun geld verdienen. Er zijn hier genoeg mensen die er lichamelijk veel slechter aan toe zijn en die echt niet in staat zijn om te werken. Als je dan geen uitkering krijgt of familie hebt die je ondersteunt, zit er inderdaad weinig anders op dan te bedelen.

Nu we Manu geboekt hebben, wordt het tijd de wandeltocht naar Machu Picchu vast te leggen. Op 9 september (wellicht wijzigen we dat nog in 8 september) gaan we weg voor vijf dagen. We doen de Salkantay trek, geregeld door Q'ente. Bij een boekhandel scoren we nog een tweedehands Rough Guide Chile. Het is de nieuwste uitgave, het boek ziet er keurig uit en voor een derde van de nieuwprijs vinden wij dat een goede koop. Nu nog ergens een goede tweedehands Lonely Planet Argentinië vinden. Morgen willen we wel iets actiefs doen, dus we boeken een mountainbiketrip in de omgeving van Cusco. Waarschijnlijk zijn we maar samen met de gids, maar dat merken we morgenochtend wel

We drinken wat is een Irish Pub, waar alleen het interieur doet denken aan een echt Iers café, want ze hebben er helemaal geen Iers bier. Net alsof je in Nederland naar een Irish Pub gaat en alleen maar Heineken en Brand bier kunt krijgen... Er zit nog een stel Nederlanders en we horen wat tips voor Bolivia en Argentinië aan voordat we wat gaan eten bij Jack's Café.

28 augustus 2008: Cusco

     

Om 9 uur melden we ons bij de tour agency waar we onze mountainbiketrip geboekt hebben. De mountainbikes zijn wel ok, maar het is niet bepaald eersteklas spul. Onze gids heet Gonzáles, een student Toerisme aan de universiteit van Cusco. Waarschijnlijk doet 80% van alle studenten hier die studierichting...

Per fiets zetten we koers naar het lokale busstation in Cusco. De fietsen worden op het dak geladen en even later vertrekken we naar een gehuchtje op 50 minuten rijden. Helm op en handschoentjes aan, het ziet er professioneel uit wat we doen. In het begin is het grotendeels vlak of naar beneden met soms een klein stukje lichtjes omhoog. Dat fietst gemakkelijk en we stoppen zo nu en dan alleen voor een foto.

Een stukje verder komen we bij een fotogeniek meertje met wat muilezels ervoor en wat bergen erachter. Ons fototoestel weigert echter dienst. De lens is er nog wel uitgekomen, maar een foto nemen lukt al niet en de lens wil niet meer terug het toestel in. Je hoort dat hij het wel probeert, maar wat we ook proberen, hij blijft in uitgestoken positie staan. We zullen het de rest van de dag met onze ogen en herinnering moeten doen.

Na het gemakkelijke beginstuk komen er flinke stukken omhoog. Soms is het echt bikkelen en staat het zweet op onze rug. Er zit weinig anders op dan door te ploeteren, want de eerste echte stop ligt wat hoger. Het is een stel oplopende, ronde terrassen waar de Inca's vroeger planten kweekten. Zo konden ze via experimenten zien hoe planten het deden op bepaalde temperaturen. Het verschil in temperatuur tussen de bodem en de top bedroeg zo'n 12 graden. Wel aardig om even te zien.

Wat zeker aardig is om te zien, is de omgeving. We hadden deze tour eigenlijk geboekt om niet nog een dag in Cusco rond te hoeven hangen (dat hadden we al twee dagen gedaan) en om even actief bezig te zijn voordat we vrijdag en zaterdag weer grote delen van de dag in bus en boot zitten. We zijn echter aangenaam verrast over wat we zien. Het is prachtig!

Na de terrassen is het wat meer op dan neer naar het plaatsje Maras. Het terrein wordt echter ruiger en het vereist meer en meer stuurmanskunst die wij als onervaren mountainbikers niet hebben. Regelmatig lopen we dan ook stukjes naast de fiets, zowel omhoog als naar beneden. In Maras eten we vlees met rijst en een gebakken ei bij een stalletje op het centrale pleintje. Het eten is vrij slecht mogen we toch stellen. De rijst is koud, het vlees is taai en hoe je een gebakken ei zo kunt verknallen is ons een raadsel. Maar goed, we hebben weer wat binnen en dat geeft ons energie voor het laatste deel naar Urubamba.

Ook het laatste deel fietst niet eenvoudig met al die steile hellingen zo vlak naast de afgrond. De uitzichten zijn fenomenaal (we passeren o.a. nog een zoutwinningsgebied), maar het blijft oppassen geblazen. We bereiken vermoeid, maar tevreden en ongeschonden het busstation van Urubamba. Daar gaan de fietsen weer op het dak en anderhalf uur later zijn we weer in Cusco. De fietsen worden daar opgehaald door iemand anders. Terug naar het centrum (ruim twee kilometer) moeten we maar een taxi nemen of zo. Huh? Nou ja, Gonzáles heeft het niet zelf bedacht en hij was een aardige en informatieve gids dus we geven hem nog maar een fooi.

We besluiten naar het centrum te wandelen. Morgen vertrekken we naar de jungle van Manu en dan willen we toch wel erg graag foto's maken. Aangezien ons fototoestel het begeven heeft, willen we vanavond nog een ander toestel kopen, dat ook met SD-kaarten werkt. Brigitte haalt de windstoppers en Rob kijkt op internet welke toestellen interessant kunnen zijn. Eerst moeten we nog even naar de briefing van onze trip naar Manu. Daar krijgen we te horen dat er na zeven dagen geen vliegtuig terug beschikbaar is. We besluiten om negen dagen te blijven en met boot en bus terug te komen.

We hebben nog anderhalf uur om een nieuw fototoestel te kopen. Normaal is dat een artikel waar we nauwkeurig alle eigenschappen en prijzen vergelijken. Daar is nu geen sprake van, want er is weinig aanbod van goede toestellen hier in Cusco. Uiteindelijk kiezen we voor een fatsoenlijk toestel van Nikon, een gerenommeerd merk. Het wordt een zwarte Nikon Coolpix S51. Daar moeten we toch kwalitatief goede foto's mee kunnen maken?! We eten nog snel wat bij Jack's Café, inmiddels onze standaardplek om te eten. De rugzakken worden ook nog gepakt en dan is het mooi geweest voor vandaag.

29 augustus - 6 september 2008: Nationaal Park Manu

     

     

     

     

     

Om 5.10 uur worden we opgehaald, dus we zijn weer eens vroeg uit de veren. We worden naar het pand van de touragent gebracht, waar we één van de rugzakken achterlaten en overstappen in een 25-persoonsbus. Die is ruim genoeg voor de zeven toeristen, twee gidsen, de kok, de chauffeur en nog een jongedame van Pantiacolla.

Vier mensen uit de groep komen uit Engeland. Het zijn vogelaars. Een van hen is Stuart en hij runt in Engeland een eigen bedrijfje waarbij hij mensen meeneemt naar allerlei plekken in de wereld om vogels te bekijken, te fotograferen en (niet te vergeten!) te noteren. De overige drie Britten zijn ene John die soms wat lastig te verstaan is door zijn accent en een stel van 53 (Pat) en 55 (Seames o.i.d., oorspronkelijk een Ier) dat al drie jaar gestopt is met werken. Zij zijn alle drie met Stuart op "vogelreis" hier in Peru en ze hebben hier nog speciaal een lokale gids ingehuurd (Alex) die heel veel verstand heeft van vogels en vogels ook al ziet en herkent als niemand ze nog ziet. In Manu gaan zij soms op pad met deze eigen gids. Wij gaan dan samen met Günther, de andere "gewone" toerist uit Liechtenstein, met de andere gids José Felix op pad. Die weet overigens ook vrij veel van vogels merken we al onderweg.

Er cirkelt onderweg een vogel boven de rotsen en het is een havik. Rob vraagt met een serieuze blik aan Stuart of er meerdere soorten haviken zijn. Er blijken vele, vele soorten te zijn, oeps... We zijn gelijk ontmaskerd als niet-vogelaars en dat blijft de hele reis zo. Bij elke vogel die met het blote oog nauwelijks waarneembaar is, worden de verrekijkers (niet de lichtste en goedkoopste natuurlijk) weer gepakt en het boek Birds of Peru er op nageslagen. Voor de kleurrijke bloemen en vlinders onderweg hebben ze nauwelijks aandacht. Ze zijn hier duidelijk maar met één doel: zoveel mogelijk vinkjes zetten (om het in vogeltermen te houden).

We stoppen in Paucartambo voor het ontbijt en rijden dan weer een paar uur door. Eerst passeren we nog een topje op 3500 meter en daarna dalen we langzaam steeds verder af. Bij de ingang van het nationale park staat dat het een cloud forest is. Precies vanaf dat punt begint ook daadwerkelijk de bewolking, alsof de wolken weten waar de grens ligt. Onderweg stoppen we regelmatig omdat er weer een vogel te zien is. Dat geeft ons mooi de gelegenheid om foto's te nemen van allerlei interessante bloemen. Zo zien we o.a. een oranje bloem die ze hier babyshoes noemen. In Nederland hebben we iets vergelijkbaars, de pantoffelbloem.

Een van de vogels die we onderweg zien is de felgekleurde Andean Cock of the rock (rode rotshaan). Deze mannetjes komen dagelijks hun zang- en danskunsten vertonen om de vrouwtjes te imponeren en het hof te maken. We zien geen vrouwtjes, maar wij (en zeker de vogelaars) vinden deze roodblauwe vogel wel mooi. Gelukkig komen ze steeds naar dezelfde plek toe, dus is er een overdekt platform gemaakt waarvandaan je ze goed kunt zien en foto's kunt maken. Het regent inmiddels lekker door en vanaf het platform is het nog 20 minuten lopen naar onze eerste slaapplek. Daarom blijven we maar even wachten op het platform tot het droog wordt. Het wordt echter niet droger en die Cock of the rock zijn we na anderhalf uur meer dan zat dus wij stellen voor om te gaan lopen.

Na de maaltijd deelt Alex lijsten uit aan de Britten met daarop 1040 vogels die je zou kunnen zien in Manu. Daarna geeft hij aan welke men vandaag gezien heeft. Hij noemt er zeker 75 op en bij sommige zie je de vogelaars denken "heb ik die vandaag gezien?". De gids komt echter zelfverzekerd over: "ja, dat was daar en daar", dus ze zetten maar, niet altijd helemaal overtuigd, een vinkje.

De lodges zijn simpel, maar keurig. We hebben steeds een eigen kamer en alles is wel open, maar er is gaas en er zitten klamboes om de bedden. De gehuurde slaapzakken zijn prima, maar die hebben we zelden nodig want er zijn lakens en dekens voorhanden. Er is zelden elektriciteit bij de lodges, soms alleen 's avonds. Dan kunnen we tegen betaling onze batterijen laten opladen van iPod of fototoestel.

Na verloop van tijd ga je de vogels en hun Engelse naam herkennen. Je hoort voortdurend "spotted winged ant bird on the dead trunk" of "black caracara on ten o' clock". Door de lage waterstand in de rivier zitten we regelmatig bijna en een paar keer helemaal vast op de keien in de rivier omdat de motor niet diep genoeg het water in kan. Dan duwt boothulp Klaus (Duitse grootvader) de boot met een stok weer een stukje verder of er wordt even geduwd door diverse mensen.

We bezoeken o.a. een orchideeëntuin waar fraaie exemplaren staan. Verder varen we veel, heel veel. Of we varen om met name vogels te zien, of we varen naar de volgende lodge. Daar hebben we ons wel wat in vergist. Het is veel van hetzelfde. Als je vogelaar bent, heb je in Manu een gouden tijd. Het wemelt er van de vogels in alle soorten, kleuren en maten. Zo zien we veel papegaaien, zwaluwen, haviken, arenden, reigers en aalscholvers. Maar de hele tijd met een verrekijker vogels vinden en bekijken vinden wij na verloop van tijd gewoon saai. Natuurlijk zien we ook andere beesten: kaaimannen, schildpadden, vlinders, apen en sandflies. Die laatste diersoort kan ons en de meeste mensen niet bekoren. Ze leveren menig jeukend bultje op, hoewel DEET er wel voor zorgt dat het niet al te erg wordt.

Rustig dobberen op een meertje vinden wij wel aardig. Met een zaklamp in het donker over het water schijnen en dan op heel veel plekken de ogen van kaaimannen zien. Ze zitten er dus wel, ondanks dat we ze in het licht niet zagen. In een van de meren zit een otterfamilie, maar die is niet thuis of ze blijven lekker in hun hol.

De hikes, zowel overdag als 's avonds vinden wij het meest interessant. Dan zie je naast allerlei vogels en apen bijvoorbeeld wandelende takken, giftige kikkertjes, termieten- en mierennesten, duizenden spinnen en één keer spotten wij een kleurrijk dun slangetje dat volgens onze gids niet al te giftig was. Een keer hadden we een hete douche en dat was erg lekker. Het had ook een groot nadeel, je ging er enorm van zweten. Rook je weer net zo als voor je ging douchen. Nee, dan is zo'n lekkere koude douche zo slecht nog niet! Op een ochtend gaan we kijken bij een clay lick. Dat is een plek waar papegaaien 's ochtends vroeg bijeen komen om even een babbeltje te maken en vervolgens van de daar aanwezige klei te eten. Daar zitten blijkbaar mineralen in die ze nodig hebben om gezond te blijven. Zij liever dan wij als ontbijt…

Stuart is een echte Leeds United-supporter en heeft een behoorlijke hekel aan Manchester United. Helaas voor hem speelt Leeds inmiddels 3e divisie en vergaat het Manchester United stukken beter. Elke avond neemt Alex weer de gespotte vogels met de Britten door en we hebben het de "birdbingo" genoemd omdat Alex de nummers opnoemt. We hadden alle 9 dagen onze eigen kok en het eten is over het algemeen goed en redelijk gevarieerd, zeker als je bedenkt dat we diep in de jungle zitten en hij maar zo af en toe in een klein dorpje wat verse dingen kunnen kopen. Alleen het brood was vanaf dag 1 al vrij hard en droog. Van lekker brood hebben ze in Peru nog nooit gehoord, hoewel het al beter is dan in Ecuador en Venezuela. We moeten hier maar een goede Hollandse bakkerij beginnen. In Cusco moet er met zoveel toeristen markt genoeg voor zijn!

Op de middag van de 8e dag gaan we met Günther en José naar hotsprings, op een half uurtje varen. Dat warme water op die muggenbulten is wel even lekker! Bij terugkomst blijkt het bij de lodge flink geregend te hebben en niet veel later komt het weer met bakken uit de hemel. Het is wat lastig is slaap vallen met die harde regen die op het dak valt, maar de palmbladeren van onze lodge houden het heel redelijk.

Dan is het tijd om naar huis te gaan. Om 6.30 uur varen we weg. De Britten blijven nog een paar dagen vogels kijken met Alex, maar wij gaan weer richting Cusco. Eerst nog 3 uur varen en dan met de bus verder. Het bootgedeelte gaat voorspoedig, maar de busrit verloopt een tikje anders dan gepland. We gaan volgens schema weg, maar na een uurtje of twee rijden zijn er problemen met de aandrijving. José gaat een stuk terug lopen om een ander vervoermiddel te regelen. Anderhalf uur later heeft de chauffeur wat gesleuteld en kunnen we toch weer verder. Dan blokkeert een personenauto de weg die een lekke band heeft en ook nog vast zit op wat keien. Met diverse mensen wordt de auto 70 meter achteruit geduwd zodat we er langs kunnen. Met nog vier uur voor de boeg houdt de bus er weer mee op en nu definitief. Er is een onderdeel kapot en die moet vervangen worden. De wegenwacht bellen is er hier niet bij. We wachten eerst enkele uren op een busje uit het volgende plaatsje. Daar aangekomen wachten we nog anderhalf uur op een ander busje wat inmiddels vanuit Cusco is gekomen. Uiteindelijk zijn we half zes 's ochtends bij ons hotel, redelijk geradbraakt.

7 september 2008: Cusco

   

Na de lange rit vanuit Manu lukt het niet echt om uit te slapen. Eerst maar eens de was wegbrengen zodat we weer wat schoons hebben om aan te trekken. We ontbijten uitgebreid en wandelen wat door de stad. Bij het Plaza de Armas zijn allerlei kleine fanfares aan het spelen, vergezeld door dansende mannen en vrouwen in veelal kleurige kledij. Wat een gezelligheid hier zo vroeg in de middag.

We zoeken de foto's uit die we gemaakt hebben. Toch nog wel een aardige klus na 9 dagen jungle. Van de reis naar Manu maken we één verslag, want veel aantekeningen hebben we niet gemaakt en de dagen verliepen redelijk hetzelfde. In een grote supermarkt slaan we van alles in: voor het diner van vanavond, het ontbijt van morgen en wat proviand voor de hike naar Machu Picchu van aankomende dinsdag tot met zaterdag. Na het avondeten (gebakken aardappels, brocolli en stroganoffsaus, het lijkt wel Nederland) doen we de afwas, we nemen een Cusqueña-biertje en dan is het mooi geweest. Een echte bijkomdag!

8 september 2008: Cusco

Na een vroeg ontbijt pakken we alvast zoveel mogelijk onze rugzakken in voor de hike van morgen. We zoeken naar een extra oplaadbare batterij voor onze Nikon camera. Dat valt hier nog niet mee, maar uiteindelijk slagen we toch. Ook kopen we nog een dagrugzak, want regelmatig past niet alles in degene die we al hebben. Nadat we bij een vrij beroerde Chinees de lunch hebben gebruikt, hebben we voor vandaag de lokale economie wel genoeg gesteund. Nu moeten wij wat verdienen! We verkopen onze Lonely Planet van Ecuador aan een tweedehands boekhandel. Dat scheelt weer een paar honderd gram meeslepen en iemand anders heeft er vast snel weer plezier van.

Er is vandaag een briefing bij Q'ente, waar we de Salkantay Trek hebben geboekt. We ontmoeten daar onze 4 reisgenoten. Er is een Amerikaans/Brits stel en een Italiaans/Zweeds stel, beiden van onze leeftijd (denken we...). We voelen ons als Nederlands/Nederlands stel en beetje saai :-) De gids legt uit wat we kunnen verwachten qua klimwerk, afstanden e.d. en wat we mee moeten nemen voor deze vijf dagen. Dag twee lijkt het zwaarst te worden, we zullen het beleven.

We uploaden het Manu-verhaal met bijbehorende foto's en MSN'en wat met vrienden en familie. Her en der maken we een back-up van onze foto's, want je weet maar nooit. De techniek kan je in de steek laten of iemand kan er met je tas vandoor gaan. De laatste spullen worden verdeeld over de rugzakken en dan eten en drinken we nog wat bij Jack's Café en de Ierse pub. Onze website is momenteel onbereikbaar, in ieder geval hier in Cusco. Hopelijk is het slechts een storing en van korte duur.

9 september 2008: Cusco (Salkantay Trek naar Machu Picchu)

     

Om 6.30 uur worden we opgepikt bij het hotel. Er is nog een Nederlands stel bijgekomen (Bregje en Patrick uit Nijmegen) dus we gaan met 8 toeristen en gids Coco op weg naar Mollepata. Daar ontbijten we en vervolgens rijden we door naar Sayllapata. Daar begint onze hike, even na elven op ongeveer 3200 meter hoogte.

De Amerikaan Ryan en de Britse Anna wonen samen in San Francisco. De Zweed Magnus is vorige week zaterdag getrouwd met de Italiaanse Laura. Ze wonen in Zweden en Peru is hun huwelijksreis. We lopen ruim drie uur en arriveren dan in Soraypampa waar we lunchen en ook zullen kamperen vannacht op 3750 meter hoogte. Meestal overnacht men ruim een uur verder, maar daar is het nogal koud en winderig vandaar dat we wat lager blijven. Dat betekent morgen wel een extra stuk klimmen. Vandaag is het in ieder geval allemaal erg relaxed. We krijgen genoeg en goed te eten, niet onbelangrijk. Om 20 uur ligt iedereen op zijn bed; zo gaat dat in de bergen.

In Mollepata betaalt iedereen 127 Soles (30 Euro) toegang tot de Salkantay Trek. Er blijkt met het vele geld wat op die manier binnen komt vrijwel niets gedaan te worden voor het pad. Het geld gaat in een algemene pot van het Ministerie van Cultuur. Er zijn genoeg dingen die voor verbetering vatbaar zijn. Zo zouden er goede en schone sanitaire voorzieningen gebouwd moeten worden. Ook zijn diverse bruggen in belabberde staat en ligt er veel troep zoals plastic flessen langs het pad. Nu is het gewoon geldklopperij. De toerist betaalt toch wel...

10 september 2008: Cusco (Salkantay Trek naar Machu Picchu)

     

Even over half zes worden we gewekt en om 7 uur gaan we op pad. Tot 11 uur gaat het vrijwel alleen maar omhoog op weg naar de Salkantay-pas. Soms is het wat steiler, soms wat meer vals plat. Dan hebben we 850 meter geklommen en bereiken we de top van deze trek op 4600 meter. Het uitzicht op de berg Salkantay (6271 meter) is machtig.

Daarna dalen we naar onze kampeerplek in Colpapampa op 2800 meter hoogte. Dat duurt toch wat langer dan gedacht, want we arriveren daar pas om 17 uur. Iedereen is blij dat we er zijn. Even tijd om te relaxen en dan is er een lekker bakje thee. We nemen zo af en toe cocabladeren als thee. Dat is helemaal niet vies, het heeft eigenlijk niet veel smaak. Het zijn net heggebladeren en het moet helpen tegen eventuele problemen i.v.m. de hoogte. We nemen het maar in het kader van baat het niet, het schaadt ook niet. In Nederland kun je het niet proberen, want daar is het verboden.

Na de thee met popcorn komt al snel het avondeten. We eten ons hier suf, maar gelukkig verbranden we ook veel door het wandelen. Gids Coco (die eigenlijk Jorge heet) vertelt van alles over de Inca-cultuur en over hoe je cavia's doodt en klaarmaakt. Vegetariër Ryan hoort het allemaal vol ongeloof aan.

11 september: Cusco (Salkantay Trek naar Machu Picchu)

     

Het is uitslaapdag vandaag, want we hoeven niet zo lang te lopen. Uiteindelijk vertrekken we om 8 uur met een ontbijtje achter de kiezen. Het plaatsje Playa is ons doel en het heet zo omdat het een klein strandje naast de rivier heeft. Het gaat een beetje op en neer, maar de nadruk ligt toch op neer, want we dalen naar 2250 meter. Voortdurend volgen we de rivier, die we rechts naast ons houden. Dat levert soms weer mooie plaatjes op.

De lokale boeren in dit gebied steken vele stukken land in brand om het te kunnen bewerken en vruchtbaar te maken. Dat levert veel rook en dus smog op. Zit je midden in de natuur, is het zicht soms nog vertroebeld! Om 13 uur zijn we in Playa, waar de temperatuur aangenaam is. Er zijn echter veel stekende vliegjes die ons het leven flink zuur maken. Tegen anti-insectenspray lijken ze geen bezwaar te hebben. Ze trekken zich er weinig van aan. Na de lunch gaan we eerst maar eens een ijsje halen en dan vluchten we onze tent in.

Het "strand" kunnen we niet vinden en aangezien het water behoorlijk koud is en we opgegeten worden door insecten, laten we het badderen maar zitten. We borrelen en kletsen maar wat eerder dan gebruikelijk en gaan dan weer aan de thee met popcorn, een wonderlijke combinatie. Na het avondeten proberen we de dochter van de eigenaar nog wat te helpen met wiskunde, maar het is te lang geleden dat we sommen met sinus en cosinus hebben gehad.

12 september 2008: Aguas Calientes (Salkantay Trek naar Machu Picchu)

     

Elke morgen worden we gewekt met een kop thee. Dat is prettig wakker worden! We hebben gezamenlijk afgesproken dat we van Playa naar Hidroeléctrica gaan lopen. Gids Coco weet wel een mooie route: we gaan via de inca-site Llactapata waarvandaan we Machu Picchu kunnen zien liggen. Dat lijkt ons prima. Om 8 uur gaan we op pad en het pad stijgt, stijgt en blijft maar stijgen... Het is gewoon een pittige klim! Daarbij komt nog de warmte en weer die irritante steekvliegjes. Als je ons van een afstandje zou bekijken, zou je denken dat we wat mankeren met onze zwaaiende armen.

Als we Llactapata bereiken, is het uitzicht prachtig. We zien Machu Picchu liggen, niet heel dichtbij, maar het is vast een voorproefje voor morgen. Daarna is het vrijwel alleen maar naar beneden. Omhoog is zwaarder, maar naar beneden hebben je knieën het zwaarder te verduren en glijd je sneller uit over de losse stenen. Je moet goed op blijven letten. Om je heen kijken en afdalen is geen goede combinatie. Je doet of het een of het ander.

Hidroeléctrica is, zoals de naam al doet vermoeden, een elektriciteitscentrale op waterkracht. Er is ook een stationnetje (nou ja, er is een spoor, geen perron) met wat eetstalletjes. Daar gebruiken we de lunch voordat we met de trein naar Aguas Calientes gaan. De trein bommelt een kilometer en gaat vervolgens weer net zover achteruit. Waarschijnlijk stond er een wissel verkeerd. Kan gebeuren... Uiteindelijk duurt de rit nog geen half uur. We lopen nog een stukje naar ons hotel. Het is redelijk basic, maar wel schoon en het is prettig om weer een echt bed te liggen. Het lauwe douchewater spoelt alle viezigheid van ons af. We zijn weer schoon, heerlijk! We sluiten de dag met de groep af bij een simpel eettentje in het centrum. Op tijd naar bed, want morgen wacht al vroeg Machu Picchu.

13 september: Aguas Calientes (Machu Picchu)

     

   

We worden om 4.20 uur gewekt door ons alarm. De bussen naar Machu Picchu vertrekken om 5.30 uur en we willen graag met één van de eerste bussen mee. Coco staat er al met de bus tickets en de derde bus is voor ons. Na een half uurtje bergop staan we voor de poort van Zuid-Amerika's belangrijkste archeologische vondst (en trekpleister en melkkoe). De zonsopgang zien we helaas niet, want het is vrij bewolkt.

Eerst regelen we tickets voor een wandeling naar de top van Wayna Picchu (betekenis: jonge/kleine berg) waarvandaan je een mooi uitzicht moet hebben op Machu Picchu (betekenis: grote berg). Coco leidt ons rond in het complex en vertelt het een en ander over de gebouwen. Machu Picchu is redelijk groot, maar omdat het zo compact is, is het goed te belopen. Er lopen redelijk wat toeristen rond, maar toch kun je redelijk ongestoord rondlopen. We hadden het eerlijk gezegd veel erger verwacht. Na de rondleiding zit Coco's werk als gids er op. Hij gaat alvast terug naar Cusco en wij hebben de tijd om nog wat vrij rond te lopen.

We besluiten nu Wayna Picchu te beklimmen. Het is drie kwartier behoorlijk klimmen naar de top. Dat levert weer de nodige zweetdruppels op, maar het is het allemaal waard. Vanaf de top heb je een heel mooi uitzicht op Machu Picchu en omgeving. Nadat we uitgehijgd zijn en foto's genomen hebben, dalen we weer af terwijl we anderen die omhoog gaan moed inspreken. We lopen nog wat over het terrein en dan vinden we het welletjes. Voor de terugreis per bus kopen we twee kaartjes voor 7 dollar per stuk. Dat is pure afzetterij hier in Peru, maar je hebt geen keus. Er is maar één busmaatschappij. Je kunt wel gaan lopen, maar we hebben voorlopig even genoeg gelopen.

In Aguas Calientes internetten we wat en bezoeken we de Chinees die beter voedsel serveert dan we verwachtten. Met Magnus en Laura drinken we nog wat en dan wordt het tijd om onze grote rugzak op te halen bij het hotel. De trein gaat om 18 uur naar Ollantaytambo en daar wacht een busje ons op voor verder transport naar onze hotels in Cusco. Om 22 uur vallen we prinsheerlijk in slaap na alle inspanningen van de afgelopen dagen.

14 september 2008: Cusco

 

Vergeleken met de andere hostelbezoekers zijn we vroeg wakker. Alle tijd dus om de foto's te bekijken van de Salkantay Trek en rustig te ontbijten. Bijna al onze kleding is vies of minstens muf dus tijd om een lavandería te bezoeken om alles weer schoon en fris te krijgen. Kijken of morgenochtend het meeste droog is als we naar Puno gaan.

Na ons ontbijt lopen we naar de San Blas, een kerkje in de buurt van het hotel. Toevallig komen we daar Patrick en Bregje nog even tegen. Op naar de busterminal om kaartjes voor morgen naar Puno te kopen. Het is wel enkele kilometers naar het zuidoosten, maar we hebben de tijd. Het is geen probleem om aan kaartjes te komen, aanbieders genoeg. We kiezen er één, Ormeño, met een fatsoenlijke reputatie. Op de terugweg komen we langs een lokaal winkelcentrum. Daar scoren we een verloopstekker, wat fruit en een lunch. Het blijft leuk om tussen alleen maar lokale mensen te eten.

Op weg terug naar het centrum komen we in een levendige buurt waar we nog niet eerder waren. Er is vooral veel kleding te koop en daar hebben wij niet zoveel behoefte aan. Het is zondag , dus er is vrij veel dicht, zelfs in het zo toeristische centrum. Zo hoort het natuurlijk ook in een overwegend katholiek land. Net voordat we weer bij ons hostel zijn, begint het te regenen met hagel erbij. Een goed excuus om een kop thee bij Jack's café te drinken.

Daarna denken we in ons hostel na over de te volgen route na Peru. In ieder geval gaan we eerst naar Bolivia, tenzij het huidige geweld daar toe gaat nemen en zich ook gaat verplaatsen naar de plekken die wij willen bezoeken. Daarna lijkt het er toch op dat we, zoals we min of meer hadden gepland, naar het noorden van Argentinië gaan en niet via Paraguay naar Brazilië. Eens kijken of we er na Bolivia nog steeds zo over denken. We besluiten de avond met een Japanse maaltijd en het inpakken van onze rugzakken.

15 september 2008: Cusco - Puno

 

Na een wat vreemd, door onszelf samengesteld ontbijt, zijn we nog geen tien meter het hostel uit of een taxichauffeur biedt al zijn diensten aan. Hij vraagt vijf Soles (ruim één euro) om ons naar de busterminal te brengen. Dat lijkt ons een goed idee en ruim op tijd melden we ons bij het verkooppunt van Ormeño. Het moet een Royal Class-bus zijn, maar meestal valt dat wat tegen. Dit keer ziet het er allemaal wel goed uit. Lekker zittende, brede stoelen die ver naar achteren kunnen. Normaal heb je links en rechts twee stoelen met een gangpad ertussen. Nu is er rechts maar één stoel en dat scheelt behoorlijk.

De bus rijdt rustig naar het zuidoosten door het bergachtige landschap. Je ziet hier vrijwel alleen maar vrij dorre akkers en weiden waar wat koeien knabbelen aan het gelige gras. De meeste akkers worden hier met een stier geploegd. Puno ligt nog wat hoger (3830 meter) dan Cusco (3326 meter). Dat betekent nog minder zuurstof in de lucht en nog koudere nachten. Puno ligt aan de westkant van het Titicacameer. Je kunt vanuit Puno allerlei tours doen, o.a. naar Islas Flotantes, de drijvende eilanden. Die trekken ons niet zo. We hebben goede verhalen gehoord over Isla del Sol. Dat eiland is gemakkelijker bereikbaar vanuit Copacabana, in Bolivia. Daarom overnachten we alleen in Puno en gaan we morgen verder naar Bolivia.

Vanaf het busstation is het maar een klein eindje naar Kosillos Posada. De kamer is wel netjes en we pingelen wat van de prijs af. Bij een kop thee krijgen we een plattegrond van het centrum. Hoeven we de Lonely Planet niet mee te sjouwen. We doen enkele kaarten op de bus bij het postkantoor en kopen twee buskaartjes voor morgen naar Copacabana. We worden opgehaald bij het hotel, dat is handig! De lunch is er vandaag bij ingeschoten, maar het is nog wat vroeg voor avondeten. Eerst maar eens een snack en wat internetten. Door de zeven uur tijdsverschil lukt het lang niet altijd om tegelijk met het thuisfront online te zijn.

Inmiddels is het wat later er we besluiten weer cuy (cavia) te eten. Het valt dit keer tegen. Hij is niet langzaam gegaard, maar simpel gefrituurd. Jammer! Thuisgekomen regent en hagelt het een beetje, maar binnen is het behaaglijk.

16 september 2008: Puno (Peru) - Copacabana (Bolivia)

Nadat we op internet nog even naar het meest recente reisadvies voor Bolivia van het Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben gekeken, is het al vroeg tijd voor een ontbijt. We krijgen bij Kusillo's Posada de lekkerste harde bolletjes die we tot nu toe in heel Zuid-Amerika hebben gegeten. Een gebakken eitje komt er ook nog bij. Wat is er toch weinig voor nodig om ons gelukkig te maken! Keurig op tijd komt er een taxi voorrijden die ons maar liefst 750 meter verder bij de busterminal afzet.

Er volgt een probleemloze rit naar de grensovergang van Peru met Bolivia. Daar wisselen we onze laatste Soles om naar Bolivianos, waarbij we hopen dat we niet al teveel worden afgezet. We weten namelijk niet hoeveel een Boliviano waard is. Later blijken er net iets meer dan tien Bolivano in een Euro te gaan, lekker makkelijk rekenen dus. We halen eerst nog aan de kant van Peru een stempel als bewijs dat we het land uit gaan.

Vanuit Peru gingen wij naar Bolivia.

Ideeën voor Peru

e-mail: info (at) wijzijnerevenniet.nl HomeReisverslagenLinksTop en FlopTipsContactLeidsche Rijn